European Divide Trail: De Vogezen

Dag 3

We worden wakker in het bos nabij Keulen. Wat gisteravond nog voelde als een afgelegen plek, blijkt in de ochtend toch best druk te zijn. Ons hutje staat op een kruispunt van bospaden en terwijl wij rustig opstaan komen er al veel nordic walkers (blijkt populair hier), fietsers, hardlopers, en mensen die hun hond uitlaten voorbij. De meesten kijken ons eigenlijk niet eens raar aan dat we midden in het bos met onze slaapzakken liggen.

We zetten een kop koffie — wat tevens de laatste keer van de trip zal blijken, want het is toch niet zo handig voor het inpakken van de tassen — en beginnen aan de derde dag.
Het bos heet ons welkom met omgevallen bomen en technische paadjes. Iets wat nu nog avontuurlijk voelt, maar wat de komende dagen de norm zal zijn. De route wisselt saaie stukken graslandschap af met mooie bosgebieden, en pittige klimmetjes worden beloond met supermooie gravelafdalingen. Ineens staan we bij een beekje zonder brug, het pad houdt hier op en de route zegt dat we aan de andere kant moeten zijn. Iets verderop is wel een mogelijkheid om de beek over te steken, maar dit valt in iemands tuin. Op de veranda zit een oude man ons aan te kijken, we zijn vast niet de eerste fietsers die hij hier voor dit dilemma ziet staan. We voelen allebei dat hij zit te wachten tot we over zijn hek klimmen om ons vervolgens te zeggen dat we niet op zijn land mogen komen. We zouden een stuk terug kunnen fietsen, maar kiezen voor het avontuurlijke pad. Samen tillen we onze fietsen naar de overkant.

Vlak na het beekje kom ik tot een spijtig inzicht: mijn portemonnee zit niet meer in het tasje op mijn fiets. Die zat samen met mijn telefoon in één vakje en is waarschijnlijk uit het tasje gevallen toen ik de telefoon pakte om een foto te maken. De laatste keer dat ik zeker weet dat ik hem nog had, was bij de supermarkt zo’n 35 km geleden. Het laatste stuk was een lange afdaling, wat zou betekenen dat we dat allemaal omhoog moeten fietsen om op zoek te gaan. Daarbij waren het grotendeels bospaden en is de kans groot dat mijn bruine pashouder helemaal niet opvalt tussen alle afgevallen bladeren. Terwijl Dennis nog terugfietst naar het beekje om te zien of hij bij de oversteek is gevallen, bel ik de supermarkt of hij daar misschien is gevonden. Helaas beide zonder succes.
We besluiten dat het geen zin heeft om verder te gaan zoeken en we fietsen door.

Niet veel later komen we aan bij de Nürburgring. Het fietspad loopt een lang stuk vlak langs het circuit, waar het vandaag druk is. Hoewel we allebei weinig met autoracen hebben, stoppen we af en toe om te kijken. Daarna volgt een steile en technische afdaling vlak langs een diepe afgrond. Er gaat veel adrenaline door me heen — het is geweldig, maar het besef dat je hier geen fouten moet maken, is continu aanwezig.
Tijdens deze afdaling realiseer ik me twee dingen. Ten eerste: het is goed dat mijn moeder geen idee heeft dat er dit soort stukken in de route zitten (sorry mam). Ten tweede voel ik vertrouwen. Deze afdaling vergt niet alleen techniek, maar ook inschattingsvermogen — weten wanneer je niet harder moet gaan dan je aankan. Ik voel het vertrouwen in mezelf, maar ook in Dennis, en dat is eigenlijk wel een bijzonder gevoel. Er zijn niet veel fietsvrienden waarbij ik me op zo’n moment zo weinig zorgen zou maken (sorry, fietsvrienden). Onderaan de afdaling bespreken we hoe fantastisch dit was en ik spreek dat vertrouwen naar Dennis uit.

We komen door een dorpje waar we vlak voor sluitingstijd boodschappen halen en we rijden door naar onze camping aan de Moezel in Bruttig-Fankel. Vannacht is de eerste avond in onze tentjes en koken we zelf. Terwijl ik het eten maak, fietst Dennis nog wat extra kilometers om cash te halen om de camping te betalen. We zijn vandaag erg vies geworden dus we kijken uit naar de douches, maar deze blijken nogal een deceptie — er komt slechts een miezerig straaltje uit de muur.

Dag 4

Het is zondag, wat betekent dat alle supermarkten in Duitsland gesloten zijn. Gelukkig vinden we voor de lunch nog een bakkertje dat open is; verder moeten we het doen met de snacks die we gister hebben gehaald en stops bij tankstations.
De route biedt weinig bijzonders: vooral grasheuvels. De combinatie van lang gras en sporen van tractorbanden maakt de paden traag en hobbelig, wat erg vermoeiend is. Ik voel mijn motivatie bij elke grasstrook verder zakken, maar ik zeg er niks over want de sfeer is nog goed en die wil ik niet verpesten door te zeuren. Na het honderdste stuk gras kan ik het toch niet laten om mij hardop af te vragen waarom Andy Cox heeft bedacht dat dit leuk zou zijn — een vraag die we de komende weken nog vaak zullen stellen. In plaats van de sfeer naar beneden te brengen zorgt het juist voor opluchting. Dennis zegt opgelucht “Oh man, gelukkig… Ik dacht de hele tijd dat jij hier plezier in had!” De rest van de dag verzoenen we ons met gedeeld leed, iets wat ook nog vaak zal terugkeren deze tocht.

Aan het eind van de dag bereiken we de Vogezen. Op de kaart zien we weer een mooi hutje en we besluiten dat dat onze slaapplek wordt voor vanavond. De klim daar naartoe belooft veel goeds voor de route van morgen, want het is hier prachtig. Het is ’s avonds al redelijk fris in de hut en we twijfelen of het misschien beter is om ernaast in ons tentje te gaan liggen. Toch kiezen we ervoor om ons warm aan te kleden en in het hutje te slapen.

Dag 5

Die nacht wordt flink afzien. Ondanks dat we meerdere lagen kleding aan hebben, worden we allebei ontzettend koud wakker. De gevoelstemperatuur is -3˚C, ver onder de 10 °C waarvoor onze slaapzakken bedoeld zijn.
Dennis zegt dat hij het op het randje van onverantwoord vond, en ik denk dan nog “Zó erg was het toch niet?” Maar bij mij dringt de kou pas door bij het opstaan. Tijdens het inpakken is de motoriek in mijn handen ver te zoeken, en het ontbijt maakt me misselijk. Oké, misschien is dit inderdaad onverantwoord.

We besluiten om terug te fietsen naar het dichtstbijzijnde dorp, waar we een bakker vinden om ons op te warmen. We praten weinig, behalve wat halve gesprekken over hoe we dit de komende nachten gaan aanpakken. Ik ben nog steeds misselijk en kan nog niet helder nadenken, al helemaal niet over slaapplannen. Voordat ik het doorheb heeft Dennis een hotel geboekt voor die nacht. Ik vind eigenlijk dat dit te snel ging en dat we dit beter hadden moeten overleggen. Nu staat vast dat we deze dag 130 km moeten fietsen om daar te komen, iets waar ik op dat moment nog enorm tegenop zie.
Gelukkig hebben we de eerste dagen de ruimte gecreëerd om irritaties en gevoelens bespreekbaar te maken. We bespreken dat ik het niet fijn vind hoe dit is gelopen en dat goede communicatie belangrijk is, zeker op de momenten dat we het zwaar hebben. Het gesprek lucht op, en stiekem begint het idee van een warm hotelbed voor deze avond mij eigenlijk ook wel aan te staan. Ik voel me weer beter — wellicht dat die twee dubbele espresso daar ook wat mee te maken hebben — en we beginnen aan de rit van vandaag.

De route door de Vogezen is prachtig. Het gaat niet snel door de omgevallen bomen waar we overheen of onderdoor moeten klauteren, maar we krijgen er hele mooie uitzichten voor terug. Een van de afdalingen leidt ons over meer dan een kwartier aan singletrack langs een steile afgrond, waarin we door verschillende delen bos komen met veel of juist weinig bomen en hele stukken waar je overheen vloeit. Het geeft een geweldig gevoel, ik zou willen dat we eindeloos op dit pad kunnen blijven. Na deze afdaling steken we al snel de grens met Frankrijk over. De route wordt hier makkelijker, wat helpt voor de kilometers die we vandaag nog moeten afwerken. Op dit moment lijkt de pijn van vanochtend eigenlijk ook weer snel vergeten.

De hotelkamer kunnen we gerust knus noemen, de twee fietsen passen maar net naast ons bed. Op google zien we een pizzeria in het dorpje dus we besluiten daarvoor te gaan. Het blijkt een pizza-automaat te zijn, en bij gebrek aan andere opties trekken we twee warme pizza’s uit de ‘Gang of Pizza’. Tot onze verrassing smaken ze best goed — of zal dat toch de vermoeidheid zijn?

Dag 6

De dag begint met een stuk langs het kanaal waar de dauw nog boven het water hangt. Hier ontdek ik een fascinatie voor sluizen waarvan ik niet wist dat ik die had. Iedere sluis waar een bootje in ligt stop ik even om het rustgevende proces te aanschouwen. Zodra we van het kanaal afwijken worden de klimmetjes al snel pittig. Veel stukken zijn niet fietsbaar, dus we duwen puffend onze fietsen naar boven. Toch voelt de eerste helft van de dag voorspoedig. We gaan niet hard maar we zitten er lekker in. Voor lunch stoppen we op een veldje boven op de berg. We hebben hoge verwachtingen van de crêpes die we gister bij de supermarkt gehaald hebben, maar helaas blijken die echt hartstikke droog te zijn. Gelukkig hebben we wel een prachtig uitzicht en een heerlijk zonnetje.

Het meeste klimwerk van de dag is al achter de rug, dus vanaf hier dalen we lekker af naar de slaapplek van vannacht. Toch? Nee. De afdalingen blijken lastig terrein te zijn en we gaan ongeveer net zo langzaam als dat we omhoog gingen. Daarbij komt ook dat ik de eerste lek rijd van deze tocht. We hebben tubeless banden, wat zou moeten zorgen dat gaten vanzelf dichtgaan door latex in de band. Maar het gat is te groot, dus ik moet er een binnenband in leggen.
Niet veel later realiseert Dennis zich dat de GoPro niet meer op zijn stuur zit. Dit keer denken we dat het zo’n 5 km terug gebeurt moet zijn. We hebben de camera geleend van een vriend en inmiddels staan er ook al mooie herinneringen op, dus we besluiten om een stuk terug te fietsen. Gelukkig vinden we na zo’n 1,5 km de camera midden op het pad. Dat zet je wel aan het denken hoe ver die portemonnee misschien gelegen heeft..

We zetten onze route voort, maar met de tegenslagen van vandaag lijkt de geplande camping op 130 km onhaalbaar. Het begint mentaal te knagen in mijn hoofd. Al een paar dagen zit in mijn hoofd dat we rond de 130 km per dag moeten fietsen om de route in de geplande twee weken af te ronden. Het terrein blijkt echter veel lastiger dan ik me had ingebeeld waardoor ik begin te twijfelen aan ons plan — hebben we onszelf overschat?
Na 90 km komen we door een dorp, waar we twee opties hebben: Het is nog 40 km doorfietsen naar de camping, maar we kunnen ook hier nog een nacht in een hotel pakken. Daartussen lijkt weinig te zitten, en na de koude nacht van gister willen we vanavond niet wildkamperen. Voor Dennis is de beslissing eigenlijk al snel duidelijk, maar ik heb er moeite mee om te accepteren dat niet alles kan gaan volgens plan.

We kiezen voor de hoteloptie. Die avond hebben we een goed gesprek over verwachtingen bijstellen en teleurstellingen verwerken. Samen relativeren we de tegenslagen van vandaag. Oké, vandaag was een zware dag, maar we hadden ook een lekke band, de verloren camera, technisch terrein en enorm veel hoogtemeters. We liggen niet eens zo ver achter op schema als we bedenken dat de route na de Juragebergte afvlakt waardoor we daar veel meer kilometers kunnen maken. Maar, we zijn op dit moment pas in de Vogezen, dus het zal nog lang duren voordat we door de Jura heen zijn, en tot die tijd zullen we nog vaak onze verwachtingen moeten bijstellen. Daarnaast zou het ook helemaal oké zijn als we er langer dan gepland over doen. Het voelt goed om hier samen over te kunnen praten en het voelt ook als een persoonlijke overwinning om de teleurstellingen om te kunnen buigen. Misschien leren we deze trip zelfs nog wel iets over onszelf?

We slapen weer in eenzelfde matig-maar-prima hotel en we halen weer pizza in het dorp. Dit keer komt het wel van een pizzeria, maar helaas valt deze wel tegen. Dat kan eigenlijk twee dingen betekenen: óf we hebben vandaag niet hard genoeg gefietst, óf die ‘Gang of Pizza’ van gister was daadwerkelijk zo slecht nog niet…

Dag 7

Vandaag staat het laatste stuk Vogezen voor de boeg. Het wordt een taaie dag want de route heeft heel veel hoogtemeters op dit stuk — reken maar dat er verwachtingen bijgesteld zullen worden vandaag. Ook geeft de routeplanner een stuk ‘Alpine terrein’ aan en we vragen ons af wat dat eigenlijk betekent. Het blijkt te betekenen dat we stukken over skipistes moeten rijden. Er liggen nog grote plakken sneeuw op veel plekken, maar wat een supermooie omgeving en uitzichten vinden we hier. En inderdaad, we stellen vandaag verwachtingen bij, want we beginnen de dag angstig voor de route, maar tijdens de lunch zit de sfeer er goed in en bespreken we hoe erg we vandaag aan het genieten zijn. Aan het eind van de dag krijgen we nog een verrassingsklimmetje voor de kiezen en een toetje van de Vogezen in de afdaling. We moeten delen lopen waardoor we het laatste stuk door het bos in het donker rijden. Op de kaart hebben we een hutje gezien voor vanavond, maar voordat we die bereiken rijden we het bos alweer uit en komen we in een bewoond gebied. Het lijkt ons vreemd dat hier nog een hutje zal zijn, maar we volgen de route maar gewoon. Het hutje blijkt een afdakje te zijn naast een soort visvijver. Het voelt als een vreemde plek om te slapen, maar dat zorgt ook wel weer voor leuke spanning.

We hebben de Vogezen achter de rug en zitten ‘pas’ een week op de fiets, maar we hebben al zo veel meegemaakt. We hebben veel geleerd over onszelf, elkaar, vriendschap, en emoties. Ook weten we nu dat ‘Gang of Pizza’ pizza’s best oké zijn en dat je prima vijf Luikse wafels per dag kunt eten zonder dat je die zat wordt.

🚴Ga mee op avontuur!

Ontvang automatisch een update wanneer er een nieuw verhaal verschijnt op Aventuras de Kiko.

We respecteren je privacy. Je kunt je op elk moment afmelden. Privacy Policy

1 Comment

  1. Wat fijn om te lezen dat zelfs de slechte momenten een goede kans gaven om er fijn samen beter uit te komen! Verder nu nog weten wat de wetenschappelijke term voor “sluizen fascinatie” is 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *