Dag 12
We beginnen de dag bijzonder positief. We hebben een lange dag voor de boeg – 168 kilometer – maar de route ziet er vlak uit en zelfs het weer lijkt mee te vallen. In de ochtend pakken we de Via Rhôna weer op. Dit is echt een superfijn en mooi fietspad, dus het schiet lekker op. Bij een van de kruispunten zien we een andere bikepacker staan die op de kaart aan het kijken is. Hij is ook naar Spanje aan het fietsen en vraagt of hij een stuk met ons mee mag rijden.
Meteen vallen er bijzondere dingen op aan zijn fiets: op zijn stuur zit een nietmachine vastgetapet en aan zijn voorvork hangt een blikje met een plantje erin. Basil uit Bazel blijkt inderdaad een bijzondere jongen op een bijzonder avontuur. Hij heeft een paar maanden vrij voordat hij in september als fietsenmaker aan de slag gaat, en heeft besloten naar zijn vriendinnetje te fietsen, die op uitwisseling is in Córdoba. Dat is al een flinke tocht, maar hij doet het ook nog eens zonder telefoon of gps. Zijn telefoon heeft hij bij zich voor noodgevallen, maar blijft verder uit.
Het verhaal achter de nietmachine is me nog steeds niet helemaal duidelijk, maar volgens hem brengt het geluk. Het plantje is een experiment – als het overleeft, is het een cadeautje voor zijn vriendin. Verder houdt hij zijn familie, vrienden en vriendin op de hoogte via ansichtkaarten, wat een romanticus. Qua route heeft hij nog niet echt een plan. Op dit moment volgt hij de Rhône tot aan de zee, en daarna ziet hij wel weer verder. Ik heb eigenlijk best bewondering voor zijn aanpak.
We fietsen een stuk samen en wisselen verhalen uit over onze tochten. Na anderhalf uur buigt onze route af van de Rhône en gaan wij de bergen in. Basil twijfelt nog even, maar omdat hij geen kaart heeft, besluit hij toch bij de rivier te blijven. We wisselen nummers uit en spreken af dat we van hem horen zodra hij in Córdoba is aangekomen.
Hoewel onze route omhoog gaat, blijft het een mooi fietspad volgen. Het gaat eigenlijk allemaal zo voorspoedig vandaag, we zouden er bijna huiverig van worden. Maar vandaag zit het mee. Goed, in de laatste vijf kilometer moeten we nog een onnodig klimmetje op lopen (de autoweg loopt er vlak naast), maar dat doet ons niks meer.
We komen aan in Dieusse bij Nel en Torben (mijn tante en oom) en worden hartelijk ontvangen. Eerst hangen we alle natte spullen uit en wassen we de fietsen. Daarna nemen we allebei een warme douche en worden we in een comfortabel thuispak gehesen terwijl Nel onze kleding wast. Ze heeft ook heerlijk voor ons gekookt. Als er één ding zeker is bij een bezoek aan Nel en Torben, is het dat je genoeg te eten krijgt. We eten gezellig, zij zijn benieuwd naar al onze verhalen en we halen herinneringen op van de laatste keer dat ik hier was – heel lang geleden. Na het eten zitten we in de woonkamer met een glas wijn bij de open haard. Je zou bijna vergeten dat we op fietsvakantie zijn, en hoe anders we deze avond gister voor ons zagen toen we aan het afzien waren in de regen.

Dag 13
We worden rustig wakker in Dieusse. Torben heeft vers brood en pains au chocolat gehaald en we nemen de tijd om uitgebreid te ontbijten. Daarna pakken we al onze gewassen en gedroogde spullen weer in. Eerst krijgen we nog een uitgebreide fotoshoot en dan moeten we er toch echt weer aan geloven.
Vanaf hier is het nog zo’n 450 kilometer met weinig hoogtemeters. Makkelijk te doen in vier dagen, te veel gehaast voor drie. Dus vanaf nu doen we rustig aan, met als doel om op vrijdag aan te komen.
In de ochtend krijgen we een paar flinke buien over ons heen, maar het is warm genoeg, dus we hebben er weinig last van. Dan slaat toch even de paniek toe: ik heb – voor de derde keer – een lekke band, en dit is onze laatste binnenband. Het is nog 60 kilometer tot het eindpunt van vandaag en we lijken verder geen fietsenmakers meer tegen te komen. Meerdere keren weet ik zeker dat ik mijn band hoor leeglopen, er lijkt toch een klein trauma te zijn ontstaan, maar gelukkig blijkt het loos alarm.
Bij de lunch krijg ik nog een tweede tegenslag te verwerken. Nel had lekkere lunchpakketjes voor ons gemaakt, maar terwijl ik mijn band stond te plakken, heeft Dennis mijn pain au chocolat opgegeten omdat hij dacht dat ze allebei voor hem waren…
De rest van de dag verloopt redelijk soepel. Er trekt nog een korte maar hevige onweersbui met hagelstenen over, en de geplande camping blijkt gesloten. Maar gelukkig vinden we in het volgende dorp alsnog een camping, en komen we daar nog redelijk op tijd aan.

Dag 14
We beginnen de dag met een belangrijke taak: nieuwe binnenbanden halen. Terwijl ik naar de fietsenmaker ga, haalt Dennis boodschappen. Als hij aankomt, sta ik vrolijk met mijn nieuwe bandjes te wachten, maar Dennis kijkt geschrokken: “Wat is er gebeurd?”
Wat blijkt? Ik heb het voor elkaar gekregen om voor de winkel lek te rijden. De band ligt letterlijk naast de velg, en ik heb niks doorgehad. Ik ben helemaal klaar met binnenbanden, dus ik vraag de fietsenmaker of hij hem weer tubeless kan maken. Maar dat is volgens hem verloren zaak. Ook heeft hij geen geschikte buitenband voor een gravelfiets, dus toch maar een nieuwe binnenband erin.
“Deze is veel beter dan die dunne die erin zat,” zegt hij. “C’est très fragile,” wijzend naar de oude binnenband. Volgens hem is deze van hoge kwaliteit. Ook heeft hij commentaar op mijn bandenspanning. Dus met zijn topkwaliteit binnenband en de ‘juiste’ spanning gaan we weer vol goede moed op pad. We hebben nog drie reservebanden en 300 kilometer te gaan, dus we mogen een lek per 75 kilometer hebben, dat moet wel goed komen toch?
Nog geen drie kilometer verder is de band alweer lek en ik enorm chagrijnig. We vinden een andere fietsenmaker op anderhalve kilometer afstand, maar die sluit over vijftien minuten. Dennis fietst vooruit om te voorkomen dat we voor een dichte deur komen te staan. Als ik aankom, staat de man al te wachten met een nieuwe buitenband, en binnen vijf minuten staan we weer buiten met een tubeless achterband. Is het bandendrama dan nu eindelijk voorbij?
Wat daarna volgt, is misschien wel het mooiste stuk van de hele tocht: Lac du Salagou. Het begint met een klim met prachtig uitzicht op het stuwmeer. Daarna fietsen we door een vuurrood woestijnachtig gebied over prachtige gravelpaden. We lunchen aan het water en komen daarna twee wateroversteken tegen. Door de regen is het water diep en de stroming stevig. Twee andere fietsers zijn al aan het oversteken, zij hebben hun schoenen uitgedaan en broek opgetrokken en lopen naar de overkant.
Ik schat in dat ik best wel naar de overkant kan fietsen, maar dat gaat toch niet helemaal soepel, dus ik eindig met natte sokken. Er staat ook nog een oud echtpaar met e-bikes en een hondje verloren naar het water te kijken. Dennis stelt voor of we ze kunnen helpen, maar ze besluiten om te draaien en een andere route te zoeken.
De rest van de route verloopt soepel. We krijgen nog een buitje, maar het is niet koud en in het golden hour levert dat prachtige uitzichten op. Via een mooi pad langs het kanaal bereiken we onze camping in Béziers.

Dag 15
We hoeven nog maar 200 kilometer en voelen gemengde emoties. Aan de ene kant voelt het jammer dat het avontuur bijna voorbij is, aan de andere kant verlangen we naar nietsdoen en met een vermutje op het balkon zitten.
Vandaag ziet er gunstig uit, er staat een stevige wind, maar die gaat de goede kant op. In het eerste dorp signaleert een man naar ons dat we moeten stoppen. Nadat we hebben vastgesteld dat Spaans waarschijnlijk de beste taal is om in te communiceren vraagt hij ons waar we vandaan komen en waar we heen gaan. In het begin heb ik het gevoel dat dit een omslachtige manier is om te vragen of we geld voor hem hebben, maar dan komt de echte reden van zijn interesse naar boven. Hij heeft zelf ook veel lange fietstochten gemaakt in zijn leven, en we krijgen uitgebreide verhalen te horen over alle plaatsen waar hij is geweest.
Daarna vervolgen we onze route richting Narbonne en bij Saint-Pierre-la-Mer bereiken we de middellandse zee. We komen door een prachtig natuurgebied waar we flink door kunnen trappen met de wind in de rug. Dennis houdt het nog even spannend, want vandaag zit er een gat in zijn band dat maar niet dicht wil gaan met de plugs.
Laat in de middag bereiken we Perpignan. Dit zou vandaag de eindbestemming zijn, maar we hebben allebei nog energie en zin, dus we besluiten om nog een stuk door te fietsen. We kunnen Spanje ruiken, we kijken al de hele middag tegen de besneeuwde toppen van de Pyreneeën aan en we rijden inmiddels al in el país Català. Behalve een enorm bord, merken we van dat laatste weinig. Als ik onze pizza in het Catalaans wil bestellen raakt de meid helemaal in paniek. Mijn Catalaanse hartje gaat sneller kloppen van de pizza op aïoli-basis op het menu, maar het idee bleek beter dan de uitvoering.
We slapen onze laatste nacht in Maureillas, vlak voor de grens.

Dag 16
Omdat we gisteren tot laat hebben doorgefietst, rest ons vandaag nog maar 65 kilometer. We ontbijten rustig bij een bakkertje – deze wordt wel heel enthousiast als ik in het Catalaans bestel.
We steken een pas over en al snel staan we eindelijk in Spanje. Hoewel ik hier nog nooit heb gefietst, voelt het vertrouwd. De paden en natuur zijn zoals ik ze ken. Dit gebied staat wereldwijd bekend om de mooie gravelpaden, en de route van vandaag is ook puur genieten.
We fietsen vandaag met een ander gevoel. Gek genoeg zit er na twee weken weinig vermoeidheid in de benen. Waar we de rest van de dagen voorzichtig waren met onze energie, kunnen we nu losgaan. Als we morgen moe zijn, is dat helemaal prima. Dus we pakken de klimmetjes lekker door – volgens Dennis ken ik sowieso geen rustige klimstand – en ook op de vlakke stukken trappen we flink door.
Dat enthousiasme komt ons bijna duur te staan. Ik maak een kleine schuiver in een bocht. En nog geen vijf kilometer voor het einde gaat Dennis hard onderuit op een recht gravelpad. Ik denk meteen aan een gebroken sleutelbeen (zou niet de eerste keer zijn), maar gelukkig komt hij er met de schrik en wat schrammetjes van af. We besluiten om het laatste stuk toch maar wat voorzichtiger te rijden zodat we allebei heelhuids aankomen.
En dan, na bijna 2000 kilometer en 25.000 hoogtemeters, komen we aan in Roses. Ons ontvangstcomité bestaat uit onze hondjes Mimo en Archie. Het is tijd om de beentjes omhoog te gooien, de fietsen even in de garage te laten staan (niet voor lang, natuurlijk), en te genieten van onze prestatie.

Ik ben ontzettend trots op wat we bereikt hebben en wat we deze tocht hebben geleerd over onszelf en elkaar. We weten het allebei zeker: Dit was zeker niet ons laatste avontuur!
Die Pain-au-Chocolat die je op dag 14 als goedmakertje kreeg was wel echt lekker he!
Jammer dat de reis (en dus het verhaal) af is! Wachten op de voldende!
Ondertussen overweeg ik aandelen van een fietsbandenfabriek te kopen.
Wat een avontuur! Terugfietsen naar NL zoals Basil naar het zuiden ging zou het wel afmaken! 😉