European Divide Trail: De Proloog

Mijn vriendschap met Dennis gaat al lang terug in de tijd. We leerden elkaar kennen via de muziekvereniging waar we beiden als 9- en 10-jarige jochies trompet speelden. Wat volgde is een lange vriendschap met veel gedeelde hobby’s: muziek, skaten, longboarden, skimboarden, wedstrijdzwemmen, fietsen en triathlon. Iets wat onze vriendschap bijzonder maakt, is hoe we elkaar motiveren om nieuwe dingen te proberen.

Op een zaterdagmorgen liggen Dennis en ik samen in het zwembad.  Ik zeg tegen hem dat het me we wel wat lijkt om ooit eens een triathlon te proberen. Dennis is meteen enthousiast, en diezelfde middag stuurt hij mij een registratielink voor een triathlon in Herkingen (of all places) later dat jaar: “Zullen we deze doen?” Ik heb op dat moment niet eens een racefiets en vind hardlopen eigenlijk maar stom, maar in Herkingen staan we samen aan de start. We raken beide enthousiast over deze sport, en we doen nog veel evenementen samen.

Met hetzelfde enthousiasme ontstaat het plan om ooit op de fiets naar Spanje te vertrekken. Mijn ouders hebben een huis aan de Costa Brava, in het noorden van Spanje, en Dennis is daar al vaker op bezoek geweest. Al zo’n drie jaar geleden begonnen we elkaar aan te steken met het idee om daar een keer naartoe te fietsen. Toen we de European Divide Trail (EDT) ontdekten stond het plan eigenlijk meteen vast, die route moeten we doen!

De EDT is een grotendeels onverharde route die dwars door Europa loopt, van het noorden van Noorwegen tot het zuiden van Portugal, en werd gemaakt door Andy Cox. Op internet is veel informatie te vinden over deze route, en alle foto’s en video’s zien er geweldig uit. Al snel ontstond het plan om de route op te pakken in Keulen en te volgen tot aan de Spaanse grens. Vanaf daar is het nog maar zo’n 50 kilometer naar ons eindpunt. De route zou ons door de Vogezen, de Jura en de Provence leiden. Dit maakt het plan eigenlijk heel eenvoudig: we hoeven alleen te bedenken hoe we in Keulen komen en op waar we van de route afwijken. Verder moeten we bedenken wat ons slaapplan wordt en hoe we de fietsen gaan bepakken.

Het plan ligt klaar, maar nu moeten we nog het juiste moment vinden. Dit moment laat nog twee jaar op zich wachten, wat eigenlijk volledig aan mij te wijten is. Tot twee keer toe bedenken we een plan, en stel ik het uit omdat een deadline in mijn PhD me te zenuwachtig maakt om zo’n grote tocht te plannen. Maar dan komt het einde van mijn PhD in zicht, en we besluiten dat dat het moment gaat worden. In April ’25 fietsen wij de EDT naar Spanje.

We bereiden ons totaal verschillend voor op deze tocht. Ik blijk het veel te druk te hebben en besluit om het vooral over me heen te laten komen. Dennis daarentegen probeert een balans te zoeken tussen het vrije plan en het georganiseerde plan. Appjes als “we zien het allemaal wel” en “kijk deze prachtige camping op 1700 km” wisselen elkaar af in de laatste maanden. Dennis bedenkt uiteindelijk ook de route richting Keulen en heeft een veel beter beeld van hoe de tocht eruit zal zien. Bij mij zorgt dat voor een combinatie van lichte spanning ­– “weten we eigenlijk wel waar we aan beginnen?” – en vertrouwen dat Dennis het vast wel heeft uitgedacht.

We hebben een gedeelde paklijst van eerdere fietstochten die we samen hebben gedaan. Die wordt uitgebreid voor deze tocht en we spreken af wie wat mee gaat nemen. We appen regelmatig over fietstassen en andere uitrusting die we nog willen kopen. Bij het pakken voor een tocht als deze is het zoeken naar een balans tussen minimalisme en veelzijdigheid. Je wilt zo min mogelijk gewicht op je fiets, maar ook voorbereid zijn op de verschillende scenario’s die zich kunnen voordoen. In de week voor vertrek ben ik nog bijna dagelijks te vinden in de Bever of de Decathlon voor last-minute aankopen (waarvan ik uiteindelijk een deel toch weer thuislaat).

Daarnaast heb ik mezelf nog een uitdaging gesteld voor deze tocht. Ik heb een mini-aquarelsetje gekocht en neem me voor om een dagboekje bij te houden waar ik iedere dag een schildering maak. Het plan was om tevoren te oefenen, maar uiteraard is dat er niet van gekomen. Dus ik ga op pad zonder enige ervaring en ben benieuwd hoe dit zal uitpakken.

Voor mij is het vertrek ook groter dan alleen deze fietstocht. Na dit avontuur blijf ik voor onbepaalde tijd in Spanje om uit te rusten en te bedenken wat ik ga doen na mijn PhD. Ik zeg mijn kamer op en verhuis al mijn spullen naar mijn ouders. Als ik hier wegga, heb ik eigenlijk geen vaste plek meer in Nederland. Het is een gek gevoel van leegte om afscheid te nemen van mensen, zonder echt te weten wanneer je terugkomt. Tegelijkertijd is het fijn om de liefde te voelen van de mensen om me heen, en te merken dat ze om me geven als ze zeggen dat ze me zullen missen. Er is ook veel verbazing als ik mensen vertel over ons plan. “Waarom neem je niet gewoon de kortste route naar Spanje? Is dat niet veel makkelijker?” Jawel. Maar daar gaat het niet om.

Op 3 April is het zo ver: de dag van vertrek. Thuis herpak ik nog drie keer mijn fiets en neem ik afscheid van mijn ouders. We lunchen bij Dennis thuis met zijn vriendin en ouders, waar we samen nog de laatste checks doen aan onze fietsen. We hebben veel geluk met het weer zo vroeg in April: het is een prachtige dag en volgens de verwachtingen gaat dat de komende week niet veranderen.

Het verschil in voorbereiding wordt meteen duidelijk als we op de fiets stappen en Dennis begint te praten over Hilversum en de Utrechtse Heuvelrug. Ik dacht dat we in een rechte lijn over het asfalt naar Renkum zouden rijden, maar niets blijkt minder waar. De proloog, die Dennis gepland heeft (en ik zogenaamd ook bekeken had), gaat over technische singletracks op de Utrechtse Heuvelrug. Het plezier van de onverharde paden begint dus al vroeg. We zijn enthousiast door het vreemde gevoel dat de start van iets groots met zich meebrengt, maar ook een beetje huiverig door de nieuwe dimensie die een fiets van ruim 27 kg nu al teweegbrengt op het nu-nog-platte parcours.

We fietsen de eerste dag naar Renkum, naast Wageningen en slapen bij Filipe. Vorig jaar deed ik mee aan een 300 km gravel race, waar ik hem rond het 100 km-punt ontmoette. We raakten aan de praat en hebben de rest van de dag – nog zo’n 10 uur op de fiets – samen doorgebracht. Filipe is een bioloog en een fietsfanaat, zijn enthousiasme is aanstekelijk en we hadden uiteenlopende gesprekken. Later hielden we contact over andere fietsavonturen en Filipe zei dat, als ik ooit een slaapplek nodig had, zijn deur open zou staan. Tijdens het plannen van de tocht zie ik dat Renkum tussen Noordwijk en Keulen ligt, dus ik besluit hem te vragen of dat aanbod nog staat. “Natuurlijk! Jullie zijn altijd welkom, ik zal zorgen dat de biertjes koud staan!” Ik probeer hem nog over te halen om een stuk met ons mee te fietsen.  Hoewel hij dat graag had gewild, laat zijn agenda dat helaas niet toe.

De aankomst bij Filipe voelt als thuiskomen. Zijn gastvrijheid is bijzonder. Ik ken deze persoon slechts van één lange dag samen fietsen, en Dennis kent hem alleen van mijn verhalen. Toch voelen we ons meteen zo welkom. Het voelt fijn om te merken hoe de fietscommunity in elkaar steekt. Ook voelt het bijzonder dat we zo veel te bespreken hebben over het afgelopen jaar, kennelijk kom je toch best veel over elkaar te weten door een stuk samen te fietsen. Zijn zoontjes liggen al op bed en ik voel me daar een beetje schuldig over want Filipe had me verteld hoe enthousiast zij waren de fietsvrienden van papa te ontmoeten.

Filipe is een ultrafietser, dus hij weet precies wat wij na een dag op de fiets nodig hebben: een warme douche, een koud biertje en veel koolhydraten. Het avondeten is racleten, en we eten veel meer aardappels dan nodig. Vanaf dit moment staat ons dieet op standje ‘maakt niets uit’ – we zijn zo veel in beweging dat die calorieën er toch wel weer af gaan. We tafelen nog lang, praten over fietsavonturen en maken plannen om volgend jaar samen mee te doen aan races die nu nog belachelijk klinken. Maar Filipe’s enthousiasme is aanstekelijk en hij weet het zeker: volgend jaar schrijven wij ons in!

De volgende ochtend worden we gewekt door Filipe’s zoontjes die door het huis rennen. Casper is een verlegen jongen, maar vindt de vrienden van papa wel héél interessant. Zelf is hij gek op fietsen en maakt met zijn vader al grote plannen voor toekomstige fietsavonturen. Verlegen vraagt hij aan papa of hij zijn wereldkaart mag laten zien. Trots vouwt hij een kaart open die zo groot is als de eettafel, met daarop groene markeringen.

De bestemmingen zijn gebaseerd op dieren die hij graag wil zien. Hij wijst ons elke stip aan en vertelt welk dier daar te zien is. Daarna brengen we Casper op de fiets naar school. Het is nog geen 500 meter fietsen, maar hij glundert helemaal. Op de lokale ‘heuvel’ haalt hij twee oudere jongens in, en een brede glimlach verschijnt op zijn gezicht. Na het afzetten keren we nog terug om onze spullen in te pakken en te ontbijten. Er zijn veel aardappels over van gisteren, dus de vrouw van Filipe bakt voor ons een tortilla.

Het is makkelijk om te blijven hangen in het comfort en de gastvrijheid van Filipe en Gretchen, maar we hebben ook een avontuur te klaren. We nemen afscheid en beginnen aan het tweede deel van de proloog.

De route begint met prachtige natuur rondom Nijmegen. We fietsen over bospaden, het zonnetje schijnt en we voelen ons geweldig. Helaas lijkt de tweede helft meer op de proloog zoals ik die in mijn hoofd had: lange rechte stukken asfalt. Om het nog saaier te maken krijgen we ook nog te maken met tegenwind én ontiegelijk veel stoplichten, die allemaal op rood lijken te staan. Dit is het begin van een van de belangrijkste lessen van deze trip: Verwachtingen zijn er om bijgesteld te worden. Stoplichten vertragen enorm, en het is niet eenvoudig om mentaal te accepteren dat je daar niets aan kunt doen.

Rondom Keulen komen we gelukkig weer in een prachtig bosgebied, en de gravelspirit keert terug. We bezoeken de kathedraal van Keulen en treffen die met golden hour. Dit is ook een bijzonder punt, want vanaf hier zullen we de EDT oppakken. Ons plan is om net buiten Keulen te gaan slapen, dus we maken eerst een pizzastop. Die eten we in een parkje waar mensen genieten van het lenteweer.

Dan begint onze zoektocht naar de eerste slaapplek. Dennis heeft op 20 km van Keulen een hutje gezien op de kaart, en daar zijn we op gefocust. Het stuk ernaartoe blijkt nog behoorlijk technisch, zeker gezien het inmiddels al donker is geworden. Met onze grote voorlampen rijden we door het bos en pakken steile afdalingen. We bereiken onze eerste slaapplek, wat niet meer is dan een afdakje naast een bospad. Het is toch best spannend om zomaar in het bos te gaan liggen. In het donker werk ik met mijn hoofdlamp nog aan de aquarel van die dag. We besluiten onze matjes neer te leggen zonder tent en gaan naar bed. We zijn klaar voor onze eerste dag op de EDT morgen!

🚴Ga mee op avontuur!

Ontvang automatisch een update wanneer er een nieuw verhaal verschijnt op Aventuras de Kiko.

We respecteren je privacy. Je kunt je op elk moment afmelden. Privacy Policy

7 Comments

  1. Hier een reactie van Lara’s vader.
    Bijzonder goed en meeslepend geschreven, chapeau Cesc! ik voel het als een aanvulling op Dennis z’n Polarsteps verhalen. De aquarellen zijn gaaf, goed bedacht hoor! Ben benieuwd naar het vervolg

  2. Waarom heb je nooit eerder geschreven?! Alleen met de proloog heb je mij al helemaal vast!! Kan niet wachten op het volgende deel; Kiko Follet! Go ahead!

Laat een antwoord achter aan Ron Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *